In de meeste gevallen betaalt een debiteur na het sturen van een betalingsherinnering. Als dit niet gebeurt, komen debiteuren van onze klanten terecht in het incassotraject. Op verschillende wijzen benaderen we de debiteur met als doel deze alsnog te laten betalen. Slagen ook deze pogingen niet, dan volgt een gerechtelijke procedure, waarbij een rechter over de zaak beslist. Onze collega Jan behandelde laatst zijn eerste zaak in de rechtbank. Wij vroegen hem hoe dit ging.  

“De ingang van de rechtbank heeft wat weg van de veiligheidscontrole bij een vliegveld. Riemen moeten af, schoenen met dikke zolen moeten uit en een detectiepoort controleert of je verder niks bijzonders bij je hebt. Pas wanneer je je daarna gelegitimeerd hebt, kom je het gerechtsgebouw echt binnen.”  

“Je wacht op de gang, in de buurt van de zaal waar de zitting wordt gehouden. Als de bode je zaak afroept, mag je naar binnen. Wanneer de tegenpartij (gedaagde) een vertegenwoordiger heeft, gaat de zitting er over het algemeen vrij formeel aan toe. Je krijgt dan te maken met een juridisch proces. Is er geen vertegenwoordiging aanwezig, dan handelt de rechter de zaak vaak informeler af en om de gedaagde meer op zijn gemak te stellen. Daardoor voelt het aan als een tafelgesprek. Zo is ook mijn eerste rechtszaak gegaan.”  

“Pieter was met me mee als back-up. Ik vond het in eerste instantie best spannend, maar toen ik merkte dat het een informele setting was, viel deze spanning weg. We waren goed voorbereid; met een bodemprocedure als deze moet je processtukken 10 dagen voor de zitting aangeleverd hebben. Wat er tijdens de zitting besproken gaat worden, is daardoor beter te voorspellen dan bij een kort geding waarbij je alleen met pleitaantekeningen werkt.”  

“De rechter is in deze zaak tot een vonnis gekomen waar we blij mee waren. We hebben onze klant in dit proces van de eerste betalingsherinneringen tot aan de gerechtelijke procedure begeleid. Dan is het fijn om de zaak tot een goed einde te brengen.”